Het werk "engelen en demonen" maakt gebruik van twee pigmenten, aangevuld met dekwit. Het in onbruik
geraakte koperoxide of "grünspan" wordt transparant en waterig opgebracht; dit geldt ook voor het zilvergrafiet, dat grijstonen tot aan zwart maakt. het werk verwijst naar de aloude tegenstelling tussen goed en kwaad zoals deze in de Middeleeuwen gebruikt werd.

Deze opdracht is uitgevoerd in geëtst glas. Hierbij wordt in verschillende lagen, het dunne laagje zinnoberrood glas weg geëtst waarbij de verschillende gradaties van rood ontstaan. Waar het laagje rood geheel weg geëtst wordt blijft het transparante glas over.




















Bij de serie "schelpentroost" of "pre-industrial colors" wordt gebruik gemaakt van natuurlijke pigmenten zoals deze voor de industriële revolutie werden gebruikt. Het betreft pigmenten die in de natuur gevonden worden of door bewerking verkregen. Deze pigmenten zijn veel minder krachtig of helder dan de gangbare industriële pigmenten maar bezitten daarvoor een natuurlijke schoonheid. Deze pigmenten worden zonder te mengen opgebracht met als bindmiddel eitempera.
De werken verwijzen hiermee naar een tijd (Middeleeuwen) dat kleuren in de schilderkunst van grote waarde waren.